Het houten gewelf onder het dak van de Grote Kerk Naarden is tussen 1510 en 1518 beschilderd met Bijbelse taferelen. Lange tijd achtten critici het gewelf belangrijker voor de geschiedenis dan voor de kunst. De schilderingen werden tot ver in de negentiende eeuw onder meer aangeduid als ‘slaafse kopieën’ en ‘zwak en schamel’. Het duurt tot het einde van de jaren 60 van de vorige eeuw voordat restauratoren het magische tongewelf weer zichtbaar maken.
In het boek Hemelbestormers | Geheimen van het gewelf in de Grote Kerk Naarden duiken (kunst)historici en theologen diep in de monumentale geschiedenis van het indrukwekkende tongewelf. Want wie gaf de opdracht voor het maken van de gewelfschilderingen? En hoe zijn de schilderingen en eerdere restauraties uitgevoerd? Welke lessen moesten middeleeuwse gelovigen trekken uit de Bijbelverhalen rondom geloof, liefde, trouw en verraad? En wat betekenen de afbeeldingen vandaag de dag voor bezoekers?
Inmiddels hebben kunsthistorici de kerk omgedoopt tot ‘Sixtijnse kapel van het noorden’ en spreekt het geheimzinnige gewelf tot ieders verbeelding. Hemelbestormers bevat unieke bijdragen van Jan Greven, Anton Kos, Joost Röselaers en Herman Pleij.