Hoe langer je naar haar werk kijkt, hoe meer diepte er ontstaat. En hoe meer werk je van haar ziet, hoe beter je begrijpt hoe ze de essentie van iets probeert te vatten. Kunstenaar Lucie van Dam van Isselt (1871–1949), maakte dagelijkse taferelen tot een belevenis. Soms intiem, soms uitbundig. Daarnaast had ze de gave om in haar aquarellen en tekeningen, verre oorden die zij bezocht, dichtbij te halen.
Dit jaar is het 150 jaar geleden dat zij werd geboren. In de zomer van 1907 vestigde Lucie zich, na haar scheiding, als zelfstandig kunstenaar in Veere. Met haar nicht, de Domburgse schilderes Mies Elout-Drabbe (1875–1956), had zij de plaats al regelmatig bezocht.
Lucie van Dam schilderde, aquarelleerde, tekende en etste stadsgezichten, een enkel landschap en veel portretten. De kunstenaar van formaat werd vooral bekend om haar ‘kleine’ werk als bloemschilderes. Een regelmatig terugkerend onderwerp zijn ‘meizoentjes’ die vrijwel jaarlijks in olieverf of aquarel werden geportretteerd.
In haar kunst werd zij aangemoedigd door de Vlaamse luminist Théo Van Rysselberghe (1862–1926), die regelmatig in Veere verbleef. Hij adviseerde haar naast olieverf en aquarel, ook te gaan etsen. In 1909 hertrouwt Lucie met de gevreesde kunstrecensent Albert C.A. Plasschaert (1874–1941). Ondanks hun beider grote culturele belangstelling houdt het huwelijk geen stand. Lucie van Dam van Isselt zal ruim vijfentwintig jaar in Veere wonen en werken. In 1933 verhuist ze naar Den Haag waar ze in 1949, enkele dagen voor haar 78ste verjaardag, overlijdt.
In Museum Veere opent 12 juni de tentoonstelling Lucie van Dam van Isselt, een markante Veerse Joffer ter gelegenheid van haar 150e geboortedag. Evenals dit prachtige boek, vormgegeven door Helmy de Korver, dat nu gelijktijdig verschijnt.”