Blog | Sporen van Sobibor
Erik Schumacher schreef een blog voor WBOOKS na aanleiding van zijn nieuwe boek Sporen van Sobibor | Archeologie van een vernietigingskamp.
Stille getuigen van een verschrikkelijke geschiedenis
In de uitgestrekte bossen van het uiterste oosten van Polen, verborgen in de moerassige bodem, lagen de stille getuigen van de Holocaust: de laatste bezittingen en resten van de slachtoffers van het vernietigingskamp Sobibor. In 2007 begon een bijzonder project waarin archeologen de overblijfselen van het kamp naar het heden haalden. Sporen van Sobibor, archeologie van een vernietigingskamp vertelt de aangrijpende verhalen die bij dit onderzoek zijn blootgelegd
Op deze afgelegen plek stond het vernietigingskamp Sobibor, tot de nazi’s het eind 1943 tot de laatste steen afbraken. Niets mocht meer wijzen op de 180.000 Joden die hier zijn vermoord. Het werd een van de vergeten plekken van de Holocaust.
Vanaf de eeuwwisseling vonden in Sobibor de eerste verkennende archeologische onderzoeken plaats, om helderheid te krijgen waar de velden met as van de slachtoffers zich bevonden. Vanaf 2008 volgde meer gestructureerd onderzoek, en werd uiteindelijk duidelijk waar de fundamenten van de gaskamers lagen, en welke weg de gedeporteerden aflegden van het perron naar de gaskamers. Vanaf 2012 was het de bedoeling om op basis van de archeologische bevindingen tot een herinrichting van de herdenkingsplek te komen, en de vondsten een belangrijke rol te geven in een nieuw museum op de plek.
Het archeologisch onderzoek op het terrein van het voormalige nazivernietigingskamp Sobibor, dat doorging tot 2020, is de meest omvangrijke archeologische opgraving die ooit op een Holocaustlocatie heeft plaatsgevonden.
In Sporen van Sobibor beschrijft historicus Erik Schumacher het archeologische onderzoek, waarbij ook de aangrijpende historie van het kamp en de sporen die Sobibor nog steeds nalaat in familiegeschiedenissen worden verteld. De verhalen van de bodemvondsten waarop wordt ingezoomd, zoals een mondharmonica, een medaillon, tandenborstel of een pop, tonen de realiteit van het project. Van een aantal opgegraven objecten, zoals identificatieplaatjes, kon de persoonlijke geschiedenis van de slachtoffers worden herleid, en werd het object een tastbare herinnering voor nabestaanden.