De boerenkoppen van Gustave van de Woestyne
Helewise Berger, conservator 19de en begin 20ste-eeuwse kunst in Het Noordbrabants Museum schreef een blog voor WBOOKS
Diepe rimpels, oorharen die je kunt tellen en samengeknepen lippen. De boeren die de kunstenaar Gustave van de Woestyne schildert, worden niet ontzien. Met deze scherpe weergave laat hij het gewone of alledaagse zien, maar hij benadrukt ook het buitengewone. Door hun afwezige of dromerige ogen lijken de boeren in zichzelf gekeerd. Bij het type van de blinde man – die niet ‘naar buiten’ kan kijken – is die connectie met de innerlijke wereld op een toppunt.
GUSTAVE VAN DE WOESTYNE
Van de Woestyne woont sinds 1900 in het Vlaamse dorp Sint-Martens-Latem, waar hij samen met beeldhouwer George Minne en landschapsschilder Valerius de Saedeleer de kern vormt van een kunstenaarsgroep. Pas tegen het einde van zijn verblijf kiest hij de hardwerkende dorpsgenoten tot onderwerp.
(afb: Gustave van de Woestyne, De blinde, 1910, olieverf op doek, 58 × 39 cm, Collectie KMSKA – Vlaamse Gemeenschap)
DEESKE OP HET VELD
Van een enkele boer kennen we de naam: Deeske Cnudde. In 1902 heeft Van de Woestyne de landarbeider al eens vastgelegd, maar in 1908 verschijnt hij in meerdere figuurstukken. In het sleutelwerk De slechte zaaier poogt hij het dorre land in te zaaien. De tengere man van in de zeventig speelt ook de hoofdrol in enkele grote tekeningen. In Deeske op het veld staat hij met gesloten ogen onder een gouden hemel; de handpalm naar de grond gekeerd. Ook hier geeft Van de Woestyne de boer weer als een mens dat dicht bij de aarde leeft, maar onderhevig is aan haar krachten. In Deeske zal de kunstenaar zowel dienstbaarheid als het menselijk onvermogen hebben gezien.
(afb. Gustave van de Woestyne, De slechte zaaier, 1908, olieverf op paneel, 56,2 × 45,5 cm, The Phoebus Foundation, Antwerpen)
SINT-MARTENS-LATEM
Tussen 1910 en 1912, wanneer Van de Woestyne inmiddels in Leuven woont, komt de ‘Latemse’ boeren tot volle wasdom. Het toont eens te meer dat het geen portretten zijn, maar uit de herinnering of verbeelding geschilderde figuurstukken. Ook in de jaren 20 grijpt hij terug op de Latemse boer – nu met een modernistische inslag. De periode in Sint-Martens-Latem was cruciaal voor zijn ontwikkeling als mens en als schilder en was bepalend voor de rest van zijn schildersloopbaan.
Gustave van de Woestyne staat samen met de beeldhouwer George Minne en Valerius de Saedeleer centraal in de tentoonstelling Symbolisme in Vlaanderen. De eerste generatie kunstenaars in Sint-Martens-Latem. Te zien tot en met 9 oktober 2022.
(afb. Gustave van de Woestyne, Deeske op het veld, 1908, gemengde techniek met bladgoud op karton, 60 × 38,5 cm, The Phoebus Foundation, Antwerpen)
Geschreven door: Helewise Berger (1985) is sinds 2016 conservator 19de en begin 20ste-eeuwse kunst in Het Noordbrabants Museum. Zij studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en heeft over Nederlandse en Franse kunst gepubliceerd en tentoonstellingen gemaakt. Na onder meer de exposities Jan Sluijters. De wilde jaren en Van Goghs intimi. Vrienden, familie, modellen werkte zij sinds 2018 aan Symbolisme in Vlaanderen
(afb. Gustave van de Woestyne, Fuga, 1925, olieverf op doek, 80,5 × 80 cm, Museum voor Schone Kunsten, Gent)