Glinsterend glas uit de Romeinse oudheid
Glas is een van de meest intrigerende materialen die we kennen. Het combineert een aantal aantrekkelijke eigenschappen. Nu eens zijn de kleuren betoverend mooi, dan weer is de doorzichtigheid bewonderenswaardig. Het reageert niet gemakkelijk met andere stoffen en absorbeert daardoor geen luchtjes. Nadeel is de kwetsbaarheid. Maar het is wel goed te hergebruiken, iets wat men in de oudheid al wist. Ook toen – zeker in de Romeinse tijd – speelde glas een belangrijke rol in het dagelijks leven. Denk aan flessen voor olie of wijn. Of kleine flacons voor geurige olie.
Het Amsterdamse Allard Pierson heeft een rijke collectie archeologisch glas. De afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar diverse stukken, vooral gericht op technische aspecten. Hoe werd het glas gemaakt en uit welke elementen bestaat het? Dit boek bevat behalve een catalogus van de collectie archeologisch glas van het Allard Pierson, ook diverse artikelen met aandacht voor uiteenlopende spannende en nieuwe onderzoeken naar glas uit de oudheid.
René van Beek (1958) studeerde klassieke archeologie aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn studie deed hij enige jaren opgravingen in Turkije voordat hij conservator van de Klassieke Wereld werd in het Allard Pierson Museum (Collecties van de Universiteit van Amsterdam). Hier houdt hij zich vooral bezig met de Romeinse cultuur en de collectie gipsen afgietsels naar klassieke beelden. Als liefhebber en kenner van het fascinerende materiaal glas, heeft hij de laatste jaren intensief onderzoek gedaan naar de collectie glas uit de oudheid.