Grondlegger van moderne beeldhouwkunst
‘Niet de uiterlijke vorm van de dingen is echt, maar de essentie der dingen’. Dat was het uitgangspunt voor de van oorsprong Roemeense kunstenaar Brancusi. Hij brak met de modelage-techniek en ging over op de taille directe van het blok steen of hout. Het resulteerde in werken die niet gaan over gelijkenis of representatie, maar die bij de kijker een schok van herkenning overbrengen.
Na zijn opleiding reisde Constantin Brancusi (1876-1957) te voet door Europa. Hij vestigde zich uiteindelijk in Parijs. Auguste Rodin merkte zijn grote talent op en nam hem aan als assistent. Maar Brancusi besloot al snel zich te distantiëren van de meester van de beeldhouwkunst, en ging zijn eigen weg. Hij vond een nieuwe beeldtaal uit, met aandacht voor eenvoudige vormen. In zijn werk werden lichamen gefragmenteerd en details vervaagd om alleen geduldig gepolijste figuren over te houden. Het enige wat voor hem telde was het bereiken van de ware betekenis van dingen.
Brancusi liet zijn atelier en alles wat zich daarin bevond na aan de Franse staat, die het onderbracht in Centre Pompidou. Het Parijse museum gaat dicht voor een renovatie en kan het werk van de beeldhouwer daarom uitlenen aan het H’ART Museum Amsterdam. In de grote tentoonstelling – de allereerste in Nederland – wordt verteld over belangrijkste ontwikkelingen in Brancusi’s werk.