Eind jaren zestig ontstaat in Amerika een fascinerende kunststroming: fotorealisme. Jonge kunstenaars zetten zich af tegen de heersende mode van abstracte en conceptuele kunst. Tot in het kleinste detail leggen ze alledaagse voorwerpen en taferelen vast. Als bron voor hun enorme schilderijen gebruiken ze foto’s. Als een van de eersten maken zij zo de impact van beeldcultuur tot onderwerp van hun schilderkunst.
Schilderijen van spiegelende etalageruiten, close-ups van glimmend gepoetste auto’s, neonreclames en typisch Amerikaanse interieurs. Schilderijen die zo gedetailleerd en levensecht zijn dat je bijna denkt dat het foto’s zijn. Maar welke verhalen gaan schuil achter deze verbazingwekkende werken? En hoe gaan hedendaagse kunstenaars om met die zo specifieke beeldtaal van deze kunststroming? In het boek Op scherp kijken we met een kritische blik naar fotorealisme.
We breken de Amerikaanse canon van de witte,kunstenaars van de eerste generatie open en vullen deze aan met vrouwelijke, Afro-Amerikaanse, West- en Oost-Europese kunstenaars. Net als de fotorealisten van het eerste uur, gebruiken zij de fotorealistische stijl om hun visie op de wereld uit te dragen. Op scherp viert de schoonheid en het vakmanschap van fotorealisme.