De eerste spoorlijn in Nederland die onverbloemd werd aangelegd uit oogpunt van concurrentie
150 jaar geleden werd het eerste deel van de Oosterspoorweg in gebruik genomen. Over een spoorwegmaatschappij die een bierhal en een tolgaarderswoning moest bouwen, over drie aan elkaar grenzende stations in Amersfoort en over zijlijntjes naar een zendstation, een paleis en een sigarenkistjesfabriek.
De Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM) zocht rond 1870 aansluiting op het internationale netwerk van spoorlijnen door de aanleg van de Oosterspoorweg. Ze ging daarmee de concurrentie aan met de Rijnspoorweg die van Amsterdam via Arnhem naar Duitsland liep. Daarbij speelde ze onder een hoedje met de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. Het eerste deel van de Oosterspoorweg werd op 10 juni 1874 in gebruik genomen. In anderhalve eeuw is er veel veranderd. Stations werden geopend, uitgebreid, vernieuwd of gesloten, de
HIJSM werd een deel van NS, concurrentie verdween maar kwam in een andere gedaante weer terug. De Oosterspoorweg bracht het armelijke Gooi in korte tijd tot grote bloei met de eerste grote forensenstations van het land. Het imposante station Utrecht Maliebaan werd het Spoorwegmuseum en in Utrecht is zelfs een stuk van het Oosterspoor veranderd in een park.
Dit boek is nummer 60 in de boekenreeks van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en Tramwegwezen (NVBS).