Zes eeuwen kunstgeschiedenis. Dat is zeshonderd jaar van kleur en traditie, vernieuwing en lef. Van verf en canvas, glas en steen. Zes eeuwen van lichamen en hoofden, landschappen en steden – zes eeuwen van dat typerende Hollandse licht. Natuurlijk zijn er de usual suspects: Rembrandt, Jan Toorop, Marlene Dumas. Het grote Nederlandse kunst boek is dan in de eerste plaats ook een feest der herkenning voor iedereen die ook maar íets met kunst heeft. Maar er zijn ook verrassingen: kunstwerken die misschien nog onbekend zijn en die buiten de geijkte paden treden. Denk aan John Körmelings Draaiende Huis op een Tilburgse rotonde. Zo is er om de zoveel bladzijden een herinnering, en dan om de zoveel bladzijden weer een verrassing.
Het grote Nederlandse kunst boek is een flexibel boek. Het is een overzichtswerk. Maar ook een gids, een staalkaart om bijvoorbeeld mee langs de Nederlandse musea te gaan. Een boek om bij te mijmeren, een boek om actief mee op reis te gaan door de kunstgeschiedenis of ter kennismaking met Nederland. Het grote Nederlandse kunst boek is er voor iedereen.